Maria van Kesteren is geboren op 22 augustus 1933 in Leiden. Zij groeit op in Wassenaar als zesde in een gezin van zeven kinderen. Haar vader is daar kleermaker voor veertien patriciërsfamilies. Na de MULO doet zij een opleiding kinderverzorging. Vervolgens wordt zij au pair in Engeland en later in Frankrijk. In Parijs ontmoet zij kunstenares Kiddy Esmerian, die haar kunstzinnigheid en creativiteit ontdekt en haar stimuleert daarmee verder te gaan. In 1959 is zij leerling bij Henk van Trierum, houtdraaier aan de Lichtegaard te Utrecht. In 1963 heeft zij haar eerste expositie in Galerie Kapelhuis te Amersfoort. Van 1965 tot 1967 is zij op uitnodiging van de Ierse regering werkzaam als ontwerpster in het Design Centre te Kilkenny. Tezelfder tijd is hier ook Sonja Landweer neergestreken. Een samenwerking ontstaat wanneer Maria de houten deksels voor potten van Sonja levert. In 1968 volgt een derde expositie in Het Kapelhuis met als thema "Variaties op de komvorm". In 1969 ontvangt zij een eerste prijs International Crafts. Van 1968 tot 1992 is zij beleidsmedewerker bij Galerie Kapelhuis. In 1983 heeft zij de opdracht ontvangen voor een onderscheidingsobject voor de Françoise van den Bosch-prijs. Vanaf 1968 tot 2018 heeft zij haar eigen atelier in een serre achter haar woonhuis aan de 's-Gravelandseweg in Hilversum. In 1991 ontvangt zij de cultuurprijs van de Gemeente Hilversum. In 1994 ontvangt zij de Kho Liang Le-prijs. Er zijn exposities van haar werk geweest in Nederland, Engeland, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. In 2019 is er ter gelegenheid van haar 85ste verjaardag een grote overzichtstentoonstelling te zien in het Haags Gemeente Museum, thans Kunstmuseum Den Haag. Maria is vormgever in hout, glas, keramiek en kunststof. De laatste twee jaren van haar leven heeft Maria gewoond in het Rosa Spierhuis in Laren. Hier is zij overleden in 2020.
Afbeeldingen: jeugdportret Maria van Kesteren (bron boek Galerie Kapelhuis); Maria in haar atelier (Volkskrant, 2020); dekseldoos, kops iepen, gebleekt met waterstofperoxide, hoogte 10,2 cm, begin jaren 1970 (coll. Capriolus); groep van zes werken geëxposeerd in 2019 in het Haags gemeentemuseum (bron Haags Gemeente Museum).
Werk:
'In stijl en methodiek is Van Kesteren verwant met generatiegenoten als Jan van der Vaart, Geert lap, Emmy van Leersum en Françoise van den Bosch. Het materiaal is daarbij ondergeschikt aan een duidelijk idee over de vorm. Vooral bij een natuurlijk materiaal als hout is een dergelijke vormwil ongewoon'. (In: Crommelin, Liesbeth, Stedelijk Museum Bulletin no. 148, 1995). Noudi Sponhoff over haar werk: "Er zijn zaken, die een universele, onbetwistbare schoonheid hebben. In de natuur treffen we er veel voorbeelden van aan. Geen mens zal ooit de schoonheid van een berglandschap, een dolfijn of een anemoon ter discussie stellen. Het kunnen echter net zo goed dingen zijn, die door de mensenhand vorm zijn gegeven. Japanse zen-tuinen, rotstekeningen in Lascaux, meubelen van de Shakers. Ik noem deze voorbeelden, omdat ze voor mijn gevoel stuk voor stuk hun bestaansrecht ontlenen aan een tijdloosheid en een zekere vanzelfsprekendheid. Ze behoeven geen toelichting en om ze mooi te vinden is er geen studie of bepaald kennis- of smaakniveau vereist. Maria van Kesteren draait objecten van hout. Al dertig jaar. Ze hebben ook die vanzelfsprekende eenvoud, die tijdloosheid. Voor degenen die Maria van Kesteren in haar ontwikkeling gevolgd hebben, is het altijd een bijzondere ervaring om te zien hoe ze er, binnen de zelf gekozen beperking van de gedraaide vorm, steeds weer in slaagt een nieuwe thematiek te ontdekken. Haar oeuvre toont een prachtig beeld van een consequent, diepgaand vormonderzoek dat keer op keer leidt tot objecten van een universele schoonheid. Ze behoeven geen verdere toelichting." (Bron: Galerie Eewal)
Houtsoorten
Maria van Kesteren gebruikt bij voorkeur inlandse houtsoorten, zoals het hout van de iep, ahorn / esdoorn, steenbeuk en linde. Linde heeft de minste structuur en heeft de voorkeur van de kunstenaar. Het hout wordt soms kops verwerkt. Bij het vroege werk wordt het hout soms gebleekt met waterstofperoxide (zie de foto).
Quote van Maria: "Hout ruikt best lekker en voelt ook heerlijk aan. Maar de kleur, de structuur, de nerven die leiden maar af van de vormen die ik ermee wil maken."
Bibliografie:
Koch, André, e.a. Galerie Kapelhuis, dertig jaar vernieuwing in de toegepaste kunst 1960-1990, 2003, p. 124-125.
Reinewald, Chris en Godert van Colmjon, Maria van Kesteren, 1995.
Waard, Peter de, 'Een houtkunstenaar die niet van hout hield', in: De Volkskrant, rubriek Het Eeuwige Leven, 22 mei 2020.
Maria van Kesteren is geboren op 22 augustus 1933 in Leiden. Zij groeit op in Wassenaar als zesde in een gezin van zeven kinderen. Haar vader is daar kleermaker voor veertien patriciërsfamilies. Na de MULO doet zij een opleiding kinderverzorging. Vervolgens wordt zij au pair in Engeland en later in Frankrijk. In Parijs ontmoet zij kunstenares Kiddy Esmerian, die haar kunstzinnigheid en creativiteit ontdekt en haar stimuleert daarmee verder te gaan. In 1959 is zij leerling bij Henk van Trierum, houtdraaier aan de Lichtegaard te Utrecht. In 1963 heeft zij haar eerste expositie in Galerie Kapelhuis te Amersfoort. Van 1965 tot 1967 is zij op uitnodiging van de Ierse regering werkzaam als ontwerpster in het Design Centre te Kilkenny. Tezelfder tijd is hier ook Sonja Landweer neergestreken. Een samenwerking ontstaat wanneer Maria de houten deksels voor potten van Sonja levert. In 1968 volgt een derde expositie in Het Kapelhuis met als thema "Variaties op de komvorm". In 1969 ontvangt zij een eerste prijs International Crafts. Van 1968 tot 1992 is zij beleidsmedewerker bij Galerie Kapelhuis. In 1983 heeft zij de opdracht ontvangen voor een onderscheidingsobject voor de Françoise van den Bosch-prijs. Vanaf 1968 tot 2018 heeft zij haar eigen atelier in een serre achter haar woonhuis aan de 's-Gravelandseweg in Hilversum. In 1991 ontvangt zij de cultuurprijs van de Gemeente Hilversum. In 1994 ontvangt zij de Kho Liang Le-prijs. Er zijn exposities van haar werk geweest in Nederland, Engeland, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. In 2019 is er ter gelegenheid van haar 85ste verjaardag een grote overzichtstentoonstelling te zien in het Haags Gemeente Museum, thans Kunstmuseum Den Haag. Maria is vormgever in hout, glas, keramiek en kunststof. De laatste twee jaren van haar leven heeft Maria gewoond in het Rosa Spierhuis in Laren. Hier is zij overleden in 2020.
Afbeeldingen: jeugdportret Maria van Kesteren (bron boek Galerie Kapelhuis); Maria in haar atelier (Volkskrant, 2020); dekseldoos, kops iepen, gebleekt met waterstofperoxide, hoogte 10,2 cm, begin jaren 1970 (coll. Capriolus); groep van zes werken geëxposeerd in 2019 in het Haags gemeentemuseum (bron Haags Gemeente Museum).
'In stijl en methodiek is Van Kesteren verwant met generatiegenoten als Jan van der Vaart, Geert lap, Emmy van Leersum en Françoise van den Bosch. Het materiaal is daarbij ondergeschikt aan een duidelijk idee over de vorm. Vooral bij een natuurlijk materiaal als hout is een dergelijke vormwil ongewoon'. (In: Crommelin, Liesbeth, Stedelijk Museum Bulletin no. 148, 1995). Noudi Sponhoff over haar werk: "Er zijn zaken, die een universele, onbetwistbare schoonheid hebben. In de natuur treffen we er veel voorbeelden van aan. Geen mens zal ooit de schoonheid van een berglandschap, een dolfijn of een anemoon ter discussie stellen. Het kunnen echter net zo goed dingen zijn, die door de mensenhand vorm zijn gegeven. Japanse zen-tuinen, rotstekeningen in Lascaux, meubelen van de Shakers. Ik noem deze voorbeelden, omdat ze voor mijn gevoel stuk voor stuk hun bestaansrecht ontlenen aan een tijdloosheid en een zekere vanzelfsprekendheid. Ze behoeven geen toelichting en om ze mooi te vinden is er geen studie of bepaald kennis- of smaakniveau vereist. Maria van Kesteren draait objecten van hout. Al dertig jaar. Ze hebben ook die vanzelfsprekende eenvoud, die tijdloosheid. Voor degenen die Maria van Kesteren in haar ontwikkeling gevolgd hebben, is het altijd een bijzondere ervaring om te zien hoe ze er, binnen de zelf gekozen beperking van de gedraaide vorm, steeds weer in slaagt een nieuwe thematiek te ontdekken. Haar oeuvre toont een prachtig beeld van een consequent, diepgaand vormonderzoek dat keer op keer leidt tot objecten van een universele schoonheid. Ze behoeven geen verdere toelichting." (Bron: Galerie Eewal)
Houtsoorten
Maria van Kesteren gebruikt bij voorkeur inlandse houtsoorten, zoals het hout van de iep, ahorn / esdoorn, steenbeuk en linde. Linde heeft de minste structuur en heeft de voorkeur van de kunstenaar. Het hout wordt soms kops verwerkt. Bij het vroege werk wordt het hout soms gebleekt met waterstofperoxide (zie de foto).
Quote van Maria: "Hout ruikt best lekker en voelt ook heerlijk aan. Maar de kleur, de structuur, de nerven die leiden maar af van de vormen die ik ermee wil maken."
Object(en) van de keramist: