De kleine tengere Indo-Europeaan Laurens Tuynman is geboren op 24 september 1901 in Maros, Celebes (Indonesië). Op 14-jarige leeftijd komt hij naar Nederland. Hij bezoekt de HBS. Daarna volgt hij de opleiding aan de Jan van Nassau-kweekschool te Utrecht, gevolgd door het Conservatorium van Toonkunst. Laurens speelt heel verdienstelijk altviool (vooral tot circa 1936). Hierna maakt hij een enorme switch door te gaan studeren voor chemische analist. Deze studie maakt hij af en vervult vervolgens een tijdlang deze functie. Hij trouwt met Wilhelmina van Wingerden. Rond het midden van de jaren dertig wordt hij ernstig ziek. Hij gaat zich nu toeleggen op het tekenen. Hij noemt zichzelf beeldend kunstenaar, maar is verder autodidact. Hij schildert, tekent (pen), aquarelleert en etst stillevens, landschappen en (zeer gedetailleerde) portretten. Hij lithografeert en is tevens kunstnijveraar. In 1947 werkt hij in Oudewater (mogelijk hier begonnen als keramist), later in Westbroek. Sinds 1950 heeft Tuynman zijn eigen grachtkelder atelier met elektrische oven aan de Nieuwe Gracht in Utrecht. Aanvankelijk maakt hij gebruiksaardewerk maar rond 1952 gaat hij zich toeleggen op keramiek en bekwaamt hij zich in de metaalglazuren die reducerend worden gestookt. Hij woont aan de Abstederdijk 64, 3532 BR Utrecht.
Aanvankelijk runt hij een winkeltje of showroom aan één van de Utrechtse grachten. Hij geeft les aan W.C.A.C. Vosmeer en is lid van het Genootschap Kunstliefde te Utrecht. Getuigen verklaren dat de kunstenaar een introverte man is die als een kluizenaar leeft. Zo heeft hij het raam van zijn huis met papier geblindeerd. En hij stookt zijn kamertje altijd bloedheet. Hij heeft zeer weinig vrienden of relaties. Hij zou wars zijn van contacten met musea en galeries (hoewel hij toch exposeert bij o.a. Kunstzaal d'Audretsch in juni 1941, in de galerie aan de Brigittenstraat 4 te Utecht in januari 1951, in Au Cheval de verre te Brussel in juni 1959 en bij toonzaal Veka aan de Bloemgracht 132 te Amsterdam in augustus 1962). Na zijn oorspronkelijk sterk afwerende houding met sommige ‘ooggetuigen’ is hij toch heel toegankelijk en open geworden. Daarvoor spreken ook zijn activiteiten binnen Genootschap Kunstliefde. Hij is wel een ijdele man, die bijvoorbeeld bang is dat zijn haar gaat uitdunnen. Hij verdiept zich in paranormale zaken, zoals uittreding. Als keramist (aanvankelijk heeft hij nog even bij Mobach gewerkt) maakt hij kleine objecten en is met name een glazuurkeramist. Elk stuk wordt vele malen, soms wel zeven keer, gestookt met telkens weer een laagje glazuur, dat hij er op penseelt, altijd metallieke glazuren. Zijn glazuren vallen vooral op door hun levendige, genuanceerde kleuren, maar je moet het vooral niet vergelijken met lusterglazuur, want dan wordt hij kwaad. Hoe hij deze bijzondere glazuren ontwikkeld heeft is niet bekend. Hij heeft grote liefde en bewondering voor Chinese en Japanse keramiek, waarmee zijn werk natuurlijk wel enigszins verwant is, maar er is ook duidelijk een Indonesische invloed. Hij wil eigenlijk nooit werk verkopen uit angst dat het naar Amerika zal gaan. Hij wil zijn werk graag op sokkeltjes zien, bijvoorbeeld van zwart hout. Hij heeft kinderen, waarmee hij geen zeer hechte relatie onderhoudt. Tuynman heeft ook veel les gegeven. Marianne de Ligny heeft diverse jaren keramische lessen van hem gehad. Zijn invloed is duidelijk in haar gedraaide stukken terug te vinden. Rond 1970 zou Tuynman nog enige tijd gewerkt hebben voor de bekende bloemisterij Bourguignon aan de Witte de Withstraat in Rotterdam (bron: Smit /Mobach). Ons zijn gedateerde kommen bekend uit de jaren 1955, 1972 en 1973. Prachtige werk van hem bevindt zich in het Keramiekmuseum Princessehof te Leeuwarden, in de collectie Frans Schooleman (omgeving Utrecht) en in enkele particuliere collecties. Tuynman overlijdt in Utrecht op 17 februari 1982.
20060718 Ooggetuigenverslag onder grote dank ontvangen van de heer en mevr. P. Stolk-Coops te Delft. 20250421 Extra fotomateriaal uit het fotoboek van Frans Schooleman, aangedragen onder dank door zijn neef Bart van Beusekom.
Afbeeldingen: Laurens Tuynman, portret ca. 1958 (bron Utrechtsch Nieuwsblad 1958.04.11); getekend zelfportret (bron archief Frans Schooleman, afbeelding beschikbaar gesteld door Bart van Beusekom); Laurens Tuynman als chemisch analist (bron archief Frans Schooleman, afbeelding beschikbaar gesteld door Bart van Beusekom); drie werken en ingekrast signatuur.
Bibliografie:
Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende kunstenaars 1750-1950.
Houtzager, Dr. M. Elisabeth, Nederlandse Ceramiek 1945-1970, Centraal Museum.
Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
RKD Den Haag - Archief Dick van Luijn.
Delpher, voor diverse interessante krantenberichten.
Utrechtsch Nieuwsblad – artikel over Tuynman, 1958-04-11, P.2
De kleine tengere Indo-Europeaan Laurens Tuynman is geboren op 24 september 1901 in Maros, Celebes (Indonesië). Op 14-jarige leeftijd komt hij naar Nederland. Hij bezoekt de HBS. Daarna volgt hij de opleiding aan de Jan van Nassau-kweekschool te Utrecht, gevolgd door het Conservatorium van Toonkunst. Laurens speelt heel verdienstelijk altviool (vooral tot circa 1936). Hierna maakt hij een enorme switch door te gaan studeren voor chemische analist. Deze studie maakt hij af en vervult vervolgens een tijdlang deze functie. Hij trouwt met Wilhelmina van Wingerden. Rond het midden van de jaren dertig wordt hij ernstig ziek. Hij gaat zich nu toeleggen op het tekenen. Hij noemt zichzelf beeldend kunstenaar, maar is verder autodidact. Hij schildert, tekent (pen), aquarelleert en etst stillevens, landschappen en (zeer gedetailleerde) portretten. Hij lithografeert en is tevens kunstnijveraar. In 1947 werkt hij in Oudewater (mogelijk hier begonnen als keramist), later in Westbroek. Sinds 1950 heeft Tuynman zijn eigen grachtkelder atelier met elektrische oven aan de Nieuwe Gracht in Utrecht. Aanvankelijk maakt hij gebruiksaardewerk maar rond 1952 gaat hij zich toeleggen op keramiek en bekwaamt hij zich in de metaalglazuren die reducerend worden gestookt. Hij woont aan de Abstederdijk 64, 3532 BR Utrecht.
Aanvankelijk runt hij een winkeltje of showroom aan één van de Utrechtse grachten. Hij geeft les aan W.C.A.C. Vosmeer en is lid van het Genootschap Kunstliefde te Utrecht. Getuigen verklaren dat de kunstenaar een introverte man is die als een kluizenaar leeft. Zo heeft hij het raam van zijn huis met papier geblindeerd. En hij stookt zijn kamertje altijd bloedheet. Hij heeft zeer weinig vrienden of relaties. Hij zou wars zijn van contacten met musea en galeries (hoewel hij toch exposeert bij o.a. Kunstzaal d'Audretsch in juni 1941, in de galerie aan de Brigittenstraat 4 te Utecht in januari 1951, in Au Cheval de verre te Brussel in juni 1959 en bij toonzaal Veka aan de Bloemgracht 132 te Amsterdam in augustus 1962). Na zijn oorspronkelijk sterk afwerende houding met sommige ‘ooggetuigen’ is hij toch heel toegankelijk en open geworden. Daarvoor spreken ook zijn activiteiten binnen Genootschap Kunstliefde. Hij is wel een ijdele man, die bijvoorbeeld bang is dat zijn haar gaat uitdunnen. Hij verdiept zich in paranormale zaken, zoals uittreding. Als keramist (aanvankelijk heeft hij nog even bij Mobach gewerkt) maakt hij kleine objecten en is met name een glazuurkeramist. Elk stuk wordt vele malen, soms wel zeven keer, gestookt met telkens weer een laagje glazuur, dat hij er op penseelt, altijd metallieke glazuren. Zijn glazuren vallen vooral op door hun levendige, genuanceerde kleuren, maar je moet het vooral niet vergelijken met lusterglazuur, want dan wordt hij kwaad. Hoe hij deze bijzondere glazuren ontwikkeld heeft is niet bekend. Hij heeft grote liefde en bewondering voor Chinese en Japanse keramiek, waarmee zijn werk natuurlijk wel enigszins verwant is, maar er is ook duidelijk een Indonesische invloed. Hij wil eigenlijk nooit werk verkopen uit angst dat het naar Amerika zal gaan. Hij wil zijn werk graag op sokkeltjes zien, bijvoorbeeld van zwart hout. Hij heeft kinderen, waarmee hij geen zeer hechte relatie onderhoudt. Tuynman heeft ook veel les gegeven. Marianne de Ligny heeft diverse jaren keramische lessen van hem gehad. Zijn invloed is duidelijk in haar gedraaide stukken terug te vinden. Rond 1970 zou Tuynman nog enige tijd gewerkt hebben voor de bekende bloemisterij Bourguignon aan de Witte de Withstraat in Rotterdam (bron: Smit /Mobach). Ons zijn gedateerde kommen bekend uit de jaren 1955, 1972 en 1973. Prachtige werk van hem bevindt zich in het Keramiekmuseum Princessehof te Leeuwarden, in de collectie Frans Schooleman (omgeving Utrecht) en in enkele particuliere collecties. Tuynman overlijdt in Utrecht op 17 februari 1982.
20060718 Ooggetuigenverslag onder grote dank ontvangen van de heer en mevr. P. Stolk-Coops te Delft. 20250421 Extra fotomateriaal uit het fotoboek van Frans Schooleman, aangedragen onder dank door zijn neef Bart van Beusekom.
Afbeeldingen: Laurens Tuynman, portret ca. 1958 (bron Utrechtsch Nieuwsblad 1958.04.11); getekend zelfportret (bron archief Frans Schooleman, afbeelding beschikbaar gesteld door Bart van Beusekom); Laurens Tuynman als chemisch analist (bron archief Frans Schooleman, afbeelding beschikbaar gesteld door Bart van Beusekom); drie werken en ingekrast signatuur.
Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende kunstenaars 1750-1950.
Houtzager, Dr. M. Elisabeth, Nederlandse Ceramiek 1945-1970, Centraal Museum.
Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
RKD Den Haag - Archief Dick van Luijn.
Delpher, voor diverse interessante krantenberichten.
Utrechtsch Nieuwsblad – artikel over Tuynman, 1958-04-11, P.2